Boekrecensie ‘Financiën voor commissarissen en toezichthouders

Recensie ‘Financiën voor commissarissen en toezichthouders’ geschreven door Mieke Pigeaud en Carla van der Weerdt 

Recensie door: Hanneke Ester (Penningmeester NVTZ) & Michiel Vader (beleidsmedewerker NVTZ)

‘Financiën? Daar hebben we toch de auditcommissie en de accountant voor?’ Als iets dergelijks al niet uitgesproken wordt, dan zal menig toezichthouder (of commissaris) zonder financiële achtergrond dit af en toe stiekem denken. Onterecht, want de financiële verantwoording is iets wat de hele raad aangaat. Bovendien, zo stellen Mieke Pigeaud en Carla van der Weerdt, auteurs van het boek ‘Financiën voor commissarissen en toezichthouders’: ‘Als een bestuurder aan een niet-financiële toezichthouder niet goed kan uitleggen wat er in de financiële overzichten staat, dan is dat een signaal voor mogelijke problemen!’

Het is geen dik boek, het telt slechts 122 pagina’s, maar een uitgebreid naslagwerk was waarschijnlijk ook niet het doel. Aanleiding voor het schrijven van het boek was namelijk de opmerkingen die beide auteurs kregen tijdens het geven van cursussen aan toezichthouders. Cursisten gaven aan het jammer te vinden dat er geen eenvoudig en overzichtelijk naslagwerk was, waarin de basisbegrippen staan beschreven waarmee commissarissen inzicht krijgen in de financiële aspecten van het toezicht. Dat hebben de auteurs zich aangetrokken en heeft uiteindelijk geleid tot een nieuwe betekenis van het ‘blauwe boekje’.

Het is inderdaad een beknopt naslagwerk geworden, wat men er makkelijk bij kan pakken ter voorbereiding op een vergadering of een gesprek met de accountant. Veelvoorkomend jargon wordt in begrijpelijke taal uitgelegd en zowel uit de hoofdstukindeling alsook uit de duidelijk gemarkeerde ‘aandachtspunten’ blijkt dat het is geschreven vanuit het perspectief van de toezichthouder.

Hoofdstuk één en twee zijn achtereenvolgens gewijd aan de planning- & controlcyclus en het jaarverslag, en dus aan de terugkerende elementen waar een commissaris mee te maken krijgt. In het eerste hoofdstuk worden de financiën in een groter perspectief geplaatst en gekoppeld aan visie en strategie, wat zowel voor financieel onderlegde- alsook voor niet-financieel onderlegde toezichthouders goed is om maar weer even te beseffen. Naast begrippen die men kan tegenkomen op bijvoorbeeld de balans of in de begroting, wordt er ook stil gestaan bij verschillende veelgebruikte principes, zoals het toerekeningsbeginsel voor het boeken van opbrengsten.

Hoofdstuk drie gaat over financiële kengetallen. Deze ‘globale vuistregels’ zijn bij uitstek geschikt voor toezichthouders om een beeld te krijgen van de financiële positie van de organisatie. Dat men op basis van financiële kengetallen geen overhaaste conclusies moet trekken, wordt in dit hoofdstuk ook toegelicht.   

Dat de raad van toezicht niet alleen alert dient te zijn op de financiële onderbouwing behorende bij investeringen, maar ook aandacht dient te hebben voor de psychologische processen die met investeringsbeslissingen gepaard gaan, komt in hoofdstuk vier aan bod; iets waar tijdens de boekpresentatie door verschillende sprekers ook bij werd stilgestaan.

Hoofdstuk vijf en zes hebben overlappende thema’s, namelijk treasury management (operationeel) en strategisch risicomanagement. Uit het laatste hoofdstuk kan men afleiden dat, gezien de snel opeenvolgende veranderingen in de sector zorg en welzijn, het voor een raad van toezicht in deze sector geen overbodige luxe is om met enige regelmaat stil te staan bij het strategisch beleid.

Het takenpakket en de rol van de auditcommissie komt in hoofdstuk 7 ter sprake. De diverse aandachtsgebieden van de auditcommissie worden hier meer in detail uitgewerkt en de relatie met de externe accountant wordt besproken.

Tot slot geven de auteurs in hoofdstuk 8 enkele handvatten mee voor de toezichthouder in spé. Een goede voorbereiding is namelijk onontbeerlijk en kan voorkomen dat men eenmaal als lid voor verassingen komt te staan.

Samenvattend een handzaam boek wat duidelijk geschreven is vanuit het perspectief van de toezichthouder. Het poogt niet volledig te zijn, maar daar zit hem juist de kracht in.  

Bekijk ook

Hoe zorgbestuurders
bouwen aan draagvlak om te besturen

Building a License to Lead Proefschrift Sophie Bijloos NVZD

Handreiking bezoldiging leden interne toezichthouder zorg en welzijn

Een groot aantal zorg- en welzijnsinstellingen is verplicht om over een interne toezichthouder te beschikken. De interne toezichthouder is verantwoordelijk...

Arbeidsmarktproblematiek? Laat de samenleving het oplossen!

De schreeuw van zorg- en welzijnsinstellingen om personeel wordt steeds luider. De toenemende urgentie van de arbeidsmarktproblematiek heeft mede te maken met het hoge percentage werknemers dat de zorg verlaat.