Trends in rvt-land: van ambassadeur naar hoeder van de dialoog
Regionale netwerksamenwerking en HR-beleid spelen een steeds grotere rol op de agenda van de raden van toezicht (rvt’s). Dat blijkt uit onderzoek van de toezichthouderverenigingen NVTZ en VTW. Met de thema’s diversiteit in de rvt’s en duurzaamheid mogen raden aan de bak, aldus Aad Koster, NVTZ-voorzitter en toezichthouder bij drie zorgaanbieders.
Om in beeld te brengen hoe intern toezicht bij woningcorporaties en zorg- en welzijnsorganisaties ervoor staat, hebben de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW) en de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorg en Welzijn (NVTZ) voor het eerst een meerjarig onderzoek onder hun leden verricht. Koster noemt het een uniek onderzoek met opvallende resultaten, trends en ontwikkelingen.
Professionaliseringsslag
Jaarlijks besteden toezichthouders en commissarissen zo’n 170 uur aan hun rol. Het rapport toont dat rvt’s de afgelopen jaren een professionaliseringsslag hebben gemaakt. Dat is mede te danken aan het NVTZ-programma Goed Toezicht, aldus Koster. Daarin staat jaarlijkse zelfevaluatie en driejaarlijkse evaluatie onder een externe deskundige centraal. ‘Jaarlijkse zelfevaluatie komt steeds vaker voor.
Daarin wordt de werkwijze, onderlinge samenwerking, de samenstelling van de raad, witte vlekken, nodige bijscholing en de verstandhouding met de raad van bestuur en cliëntenraad besproken.’ Koster constateert dat voorafgaand aan zo’n evaluatie ook steeds vaker op voorhand input van andere organen wordt gevraagd. ‘Dat vertelt iets over de bereidheid van raden om zich een spiegel voor te houden, open te staan voor input en hun werk te verbeteren.’
Ook kennis- en competentieontwikkeling middels bijscholing vormen een belangrijke waarde in Goed Toezicht. ‘Zo’n 90 procent van alle respondenten heeft recent de ontwikkelbehoefte van de raad en zijn leden besproken’, zegt Koster.
Toezichthouders werken ruim 30 procent van hun tijd aan ontwikkeling. In de zorg- en welzijnssector besteedt men jaarlijks een halve dag meer aan persoonlijke ontwikkeling dan toezichthouders bij woningcorporaties. Transparantie middels een toezichtvisie en jaarverslag en het voeren van de dialoog met interne en externe belanghouders vormen de andere pijlers in het NVTZ-programma. ‘Aan die vier elementen is sinds 2017 flink gewerkt. Die professionalisering is terug te zien in het rapport’, zegt Koster.
Veranderende rol
Waar toezichthouders in de zorg aanvankelijk hun rol uitoefenden als klankbord, formele besluitvormer, werkgever van de zorgbestuurder en ambassadeur, is die de afgelopen jaren verschoven. ‘De ambassadeursrol heeft plaats gemaakt voor hoeder van de dialoog.’ Zo zijn toezichthouders vaker betrokken bij het borgen van de dialoog tussen de raad van bestuur en interne en externe betrokkenen. ‘Dat betekent niet dat toezichthouders bij elk gesprek aanwezig zijn. Wel dienen zij op de hoogte te zijn van de kwaliteit van de dialoog: wordt er alleen met de cliënten- en ondernemingsraad, gemeenten of verzekeraars gesproken of wordt er ook iets gedaan met hun inbreng? Daar is veel meer oog voor gekomen.’
Tegelijkertijd melden de respondenten in de rapportage dat het belang dat de raad toekent als hoeder van de dialoog en de netwerkrol het minst sterk is toegenomen ten opzichte van vier jaar geleden. ‘Een groeiende groep raden van toezicht zet netwerkzorg op de raadsagenda, maar er moeten nog behoorlijk wat stappen gezet worden.’ Daarom gaat de NVTZ sterk inzetten op die netwerkrol bij haar achterban. Het belangrijkste thema op de raadsagenda in de zorg en welzijn is de arbeidsmarktproblematiek. ‘Rvt’s verbreden hun werkgeversrol. Steeds vaker
zetten leden de arbeidsmarkt op de agenda en gaan zij met bestuurders het gesprek aan over het uitstroom-, werkgeluk- en wervingsbeleid.’
Diversiteit
Op het thema diversiteit valt nog veel winst te behalen; zowel qua leeftijd als biculturele achtergrond. Ten opzichte van woningcorporaties ligt de gemiddelde leeftijd in de zorg en welzijn hoger. Zo is nog geen 11 procent van de toezichthouders jonger dan 50 jaar. Om vers bloed te werven, werkt de NVTZ aan een opleidingscampagne voor jonge toezichthouders en een traineeshipsprogramma. Slechts 6,7 procent van de voorzitters en 11,9 procent van de raadsleden heeft meer dan alleen een Nederlandse achtergrond. ‘Rvt’s moeten niet alleen uit witte mannen van mijn leeftijd bestaan’, vertelde Koster daarover al eerder in Zorgvisie. Daarom wordt het rapport met de achterban besproken. ‘Binnen de werkgroep Diversiteit is vorig jaar ook al een rapport uitgebracht om meer oog te hebben voor diversiteit. Daar mag nog sterker op ingezet worden.’ De man-vrouw verdeling binnen raden is wel in evenwicht.
Duurzaamheid
Hoewel rvt’s in de zorg- en welzijnssector en bij woningcorporaties veel overeenkomsten tonen, zijn er ook enkele verschillen. Zo staat de maatschappelijke opdracht van de rvt’s bij woningcorporaties vaker op de agenda. ‘In de zorg gebeurt dat ook, maar kennelijk minder. En waar zorgtoezichthouders regelmatig contact hebben met de medezeggenschapsorganen waaronder de cliëntenraad, gebeurt dat minder tussen toezichthouders bij woningcorporaties en hun medezeggenschap.’ Het thema duurzaamheid vormt een belangrijke kans voor toezichthouders in de zorg. Eind vorig jaar tekende de NVTZ de Green Deal 3.0. ‘Dit jaar is duurzaamheid dan ook het themajaar van de NVTZ. Via bijeenkomsten besteden we onder onze achterban veel aandacht aan hoe rvt’s duurzaamheid op de agenda kunnen zetten, zorgbestuurders kunnen toetsen op duurzaamheid binnen een integraal beleid en op concrete acties.’
De NVTZ en VTW gaan met hun achterban in gesprek over de uitkomsten van het rapport. De publicatie is volgens Koster een markeringspunt in verdere uitvraag en reflectie, zodat leden hun raad kritisch onder de loep nemen. ‘Daarmee willen we rvt’s verder professionaliseren en de rol van toezichthouders maatschappelijk verantwoorden.’ Het onderzoek wordt over twee jaar herhaald.
Bron: Trends in rvt-land: van ambassadeur naar hoeder van de dialoog (zorgvisie.nl)