Wat is de toegevoegde waarde van meer van hetzelfde?
Ik deel graag even wat observaties met u. Het is niet aanmatigend bedoeld. Ik neem mijzelf ook onder de loep. Twee jaar geleden kwam ik in contact met een adviseur werving en selectie omtrent diversiteit. Hij was van multiculturele afkomst en al zes jaar zeer actief om raden van toezicht te bewegen een nieuw lid te werven met een multiculturele achtergrond. Zonder resultaat. Hij liep tegen muren op. Raden van toezicht zagen er de meerwaarde er niet van in. Vonden het niet nodig. Cynisch geworden beëindigde hij deze ambitie en ging wat anders doen.
We organiseren als regiepartner van verenigingen van toezichthouders en commissarissen nogal wat bijeenkomsten de afgelopen 7 jaar. Inmiddels zijn dat duizenden deelnemers en honderden bijeenkomsten. En als ik dan in de zalen kijk, dan moet ik constateren dat het inderdaad klopt. Diversiteit wordt met name bezien vanuit de verhouding man-vrouw. Ik kan inmiddels zeggen dat dit in een rap tempo verandert. Want de helft van de deelnemers is vrouw. Dat is heel wenselijk en noodzakelijk. Ook zie ik veranderingen in expertise en in leeftijd. Steeds meer jongere mensen laten zich opleiden tot toezichthouder en commissaris. Maar helaas, ik zie nog heel weinig deelnemers met een multiculturele achtergrond.
Het onderwerp ‘Diversiteit’ hebben we geagendeerd in meerdere edities van de leergang voor voorzitters. De reden zal duidelijk zijn. Voorzitters hebben een flinke vinger in de pap bij het werven en selecteren van nieuwe leden in de raad. Meerdere edities hebben we afgerond. En telkens geven de deelnemers aan dit niet zo’n relevant onderwerp te vinden. Het speelt niet zo in hun raad van toezicht wordt gezegd. Misschien chargeer ik, maar dit is wel de algemene tendens.
Meer dan 50% van de bevolking in grootstedelijke gebieden is van multiculturele afkomst. Daar is veelal sprake van een gedifferentieerde behoefte aan zorg en welzijn. Er zijn slechts 5% bestuurders en toezichthouders met een multiculturele achtergrond. Dit percentage verandert al jaren nauwelijks. Veelal wordt gezegd dat het niet nodig is om een exacte vertegenwoordiging van de klantenpopulatie in de raad van toezicht te hebben. Daar is wat voor te zeggen, alhoewel bij internationaal opererende organisaties vrijwel altijd in het bestuur mensen met verschillende internationale achtergronden zitting hebben. Maar het gaat ook over de continuïteit van de organisatie, waarbij passende dienstverlening aangeboden wordt aan een diversiteit aan klanten. Dan helpt het enorm als mensen in het bestuur zitten die zicht hebben op de noden van de klanten en de wijze waarop deze klanten graag de dienstverlening ontvangen.
Zeker, het is ook makkelijk wijzen. Laat ik de hand in eigen boezem steken. Zo’n 8 jaar geleden had ik in mijn kring van kennissen en vrienden weinig mensen met een multiculturele achtergrond. Ook professioneel gezien was het niet anders. Het was geen onwil, het was niet dat ik niet geïnteresseerd was, maar het was wel zo.
Ook binnen onze eigen organisatie, waarbij onze leiderschapsprogramma’s veelal gaan over de meerwaarde van diversiteit, bleek het lastig te zijn om meer diversiteit in het werknemersbestand te realiseren. Men kiest graag collega’s waarmee men snel kan schakelen, met dezelfde cultuur en waarbij humor en het alledaagse gesprek makkelijk te voeren is. Achteraf schaam ik mij daarvoor. Maar blijkbaar was ook ik niet in staat om het tij te keren, terwijl ik toch directeur-eigenaar ben.
Een andere persoonlijke observatie. Ik heb zitting in de Werkgroep Diversiteit van NVTZ. We hebben afgesproken dat als we vergaderen, we dat bij één van de deelnemers doen. En vanzelfsprekend eten we dan van de keuken van het land van herkomst van het betreffende ontvangende commissielid. Heerlijk eten met de specifieke kenmerken van dat land. Nu ben ik binnenkort aan de beurt. Tot mijn schrik moet ik constateren dat ik geen idee heb wat ik op de tafel ga zetten. Ik ben geboren en getogen in Apeldoorn. Prachtig gesitueerd op de Veluwe weliswaar. Maar vlees eet ik niet meer. Of in ieder geval zeer sporadisch. Dus dat wildgerecht gaat er niet komen. Maar wat ik ook constateerde, is dat ik nauwelijks meer een origineel Nederlands gerecht nuttig. Het is allemaal buitenlands eten wat ik eet. En ik geniet daarvan. En heb totaal niet het gevoel dat ik ‘mezelf kwijt ben geraakt’. Ook bijzonder eigenlijk……
Een paar jaar geleden nam ik deel aan een WorldClass Module in Zuid-Afrika met een aantal Nederlandse deelnemers. Ik bezocht projecten, had sessies met lokale leiders, kreeg een inkijkje in het verleden en in het heden van het intrigerende land. Ik besefte toen als geen ander dat je niet zomaar een samenleving in balans bouwt. Dat daar heel veel voor nodig is en dat dat van eenieder veel vraagt. En dat een samenleving ook zo maar weer terug kan vallen na een goede opleving, zoals in Zuid-Afrika na Nelson Mandela. Dat de burgers en bestuurders die de nieuwe mensen ontvangen een extra taak en opdracht hebben om ieder een plek te geven en te gunnen. Ja, en soms ook door opzij te stappen. Niet alleen voor zichzelf, maar juist ook voor de toekomst van hun kinderen. Een samenleving waar ieder een plek heeft. Dat is geen voortrekken, dat is pure noodzaak om een evenwichtige samenleving te bouwen. Waar samen bestuurd wordt. Dat hoort óók bij leiderschap.
Een andere ervaring: In 2015 besloten we vanuit de NVTZ Academie een ontwikkeltraject op te zetten, waarbij we potentiële toezichthouders vanuit de diversiteitsgedachte gingen klaarstomen voor deze rol. Meer dan 300 positieve reacties mochten we verwelkomen. Het merendeel van de kandidaten gaf echter aan dat ze niet vanuit hun multiculturele achtergrond aangesproken wilden worden, omdat ze gelijk behandeld wilden worden als de Nederlandse kandidaten. Hun kennis en kunde, ervaring en motivatie mochten meewegen in selectie. Hun cultuur en herkomst mochten niet van belang zijn in de selectie, ze wilden niet dat het een factor van betekenis werd. Waarom eigenlijk niet? Omdat diversiteit, migratie-achtergrond, allochtoon, niet-Nederlands blijkbaar in onze maatschappelijke context niet positief van betekenis is. Waarom eigenlijk niet? Terwijl juist het meebrengen van een andere cultuur, andere normen en waarden zo rijk is. Terwijl die zoveel meerwaarde in zich draagt, terwijl die de kansen op vernieuwing vergroot, terwijl die niet meer van hetzelfde is maar meer van iets nieuws. Terwijl die veel meer de samenleving representeert. Is het negeren van de eigen cultuur en achtergrond de prijs die men bereid is te betalen om erbij te horen? Om te slagen in de Nederlandse maatschappij. Zitten wij met z’n allen echt te wachten op meer van hetzelfde? Het is geen verwijt. Ik begrijp het. Maar wat een gemiste kans, ook voor de Nederlandse cultuur, om zich te verrijken.
Dan is er ook een grote groep mensen met een multiculturele achtergrond die zich hard maakt om in bestuurlijk Nederland een plek te krijgen. Om mee te besturen. Om de samenleving mede vorm te geven. Zij pleiten voor een plek op bestuurlijk niveau. Dat is best lastig om voor jezelf en je eigen groep te pleiten. Je wordt dan snel verdacht, omdat je voor eigen parochie zou pleiten.
Zou het daarom geen hoog tijd zijn dat mannen zoals ik, als we toch even spreken over karikaturen; grijs, lang, een mooie carrière en nog volop in het zadel, zich eens knetterhard gaan maken om goede mensen met een multiculturele achtergrond een terechte plek te geven in bestuurlijk Nederland. Dat we dat niet overlaten aan alleen de groep zelf. Maar de noodzakelijke deuren openen om dit daadwerkelijk te bewerkstelligen? Ik roep dan ook de gevestigde orde op om een extra tandje bij te zetten en zich te verbinden met de diversiteit aan mensen in de samenleving, multicultureel, jong, oud, met en zonder arbeidsbeperking, man, vrouw. Mijn drijfveer is schaamte. En mijn ambitie heeft te maken met mijn kinderen die ik een samenleving in balans gun. En omdat ik enorm veel potentieel zie voor een mooie samenleving. Voor een ander kan het een andere drijfveer of een andere ambitie zijn. Maakt niet uit. Als het maar werkt. Opdat we over pak hem beet vijf jaar net zo’n positieve ontwikkeling zien als de participatie van vrouwen in bestuurlijk Nederland. Een ieder weet toch dat de toegevoegde waarde van meer van hetzelfde nog meer van hetzelfde is? En dat meer van hetzelfde niet meer matcht met de veranderingen die zich nu in de samenleving voltrekken. Ik denk dat het positieve veranderingen zijn wanneer ‘wij’ die positief aansturen. Een oer Nederlands gezegde luidt: “Verbeter de wereld en begin bij jezelf”. Ik hoop dat ‘wij’ in rap tempo bij onszelf beginnen en dat ‘wij’ diverser, vernieuwender, jonger en wijzer worden.
Frank Seine
Directeur Avicenna Academie voor Leiderschap