Zet snel de eerste concrete stappen
Jurist David Renkema over de Wet toetreding zorgaanbieders
Op 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) in werking getreden. Deze wet verplicht zorgorganisaties met een vergunningsplicht om een onafhankelijke raad van toezicht (rvt) aan te stellen van tenminste drie personen. Wat betekent dit voor deze zorgorganisaties? Waar moeten ze rekening mee houden? We vroegen het aan eerstelijnszorgjurist David Renkema.
Voor wie geldt deze wet?
“In principe moeten alle vergunningsplichtige zorgorganisaties een interne toezichthouder hebben, behalve die met tien of minder zorgverleners. Er zijn gelukkig wel diverse uitzonderingen op dat getalscriterium, onder meer in de eerstelijnszorg zonder verblijf, zoals bijvoorbeeld huisartsen. Daar hoe je pas een interne toezichthouder te hebben vanaf 26 zorgverleners.
De telling van het aantal zorgverleners kan best lastig zijn. Uitbesteding van zorg telt bijvoorbeeld óók mee. Een zorgverlener die parttime werkt telt als één, en ook de zorgverleners van een onderaannemer tellen mee. Medewerkers die geen zorg verlenen, zoals stafmedewerkers, en vrijwilligers of stagiaires tellen in dit verband niet mee.
Je kunt op https://www.toetredingzorgaanbieders.nl/alles-over-de-vergunningplicht vinden welke organisaties vergunningsplichtig zijn.”
Staan er ook eisen aan het toezicht beschreven in de wet?
“Ja. Even in het algemeen, in de wet staat: de interne toezichthouder houdt toezicht op het beleid van de dagelijkse of algemene leiding van de organisatie en de algemene gang van zaken en staat de leiding van de organisatie met raad ter zijde. Onafhankelijkheid is hierbij belangrijk.
De nieuwe wet stelt allerlei eisen aan de onafhankelijkheid. Zo mogen de leden van de rvt bijvoorbeeld geen werknemers zijn geweest bij de organisatie in de drie voorafgaande jaren en ze mogen daar ook geen werkzaamheden hebben verricht. De rvt moet zo zijn samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar en de leiding van de organisatie onafhankelijk en kritisch kunnen werken.”
Het klinkt strak en formeel. Moet je het toezicht ook zo zien?
“Nee, het type toezicht dat de Wtza voorschrijft is minder strak dan de regels voor toezicht zoals die in de Governance Code Zorg worden beschreven. (https://www.governancecodezorg.nl/over-de-code/van-wie-en-voor-wie). Voor kleinere zorgaanbieders die georganiseerd zijn in een eenmanszaak of maatschap is het bijvoorbeeld niet passend dat de rvt de eigenaar kan ontslaan, of de accountant aan mag wijzen. Dat schrijft de Wtza ook niet voor. Natuurlijk houdt de rvt toezicht, dat is ook de bedoeling, maar je bent er als toezichthouder om advies te geven, mee te denken, de organisatie de juiste weg te wijzen.
Mijn advies aan zorgaanbieders is: nu de wet er nu eenmaal is, zie vooral ook de positieve kanten: je kunt écht wat aan een rvt hebben. Ik hoop dan ook dat zich veel toezichthouders melden voor deze rol, bijvoorbeeld op Wtzatoezicht.nl, liefst met een achtergrond in de zorg. Zij kunnen deze organisaties echt iets goeds brengen met hun kennis en know-how.”
Vanaf wanneer moeten zorginstellingen voldoen aan de eisen van de Wtza?
“Voor bestaande organisaties die Wtza-vergunningsplichtig zijn, gold vanaf 1 januari 2022 een overgangstermijn van twee jaar om een vergunning aan te vragen. Dat betekent dat je tot 1 januari 2024 hebt. Op het moment dat je als zorgorganisatie – binnen de overgangsperiode van twee jaar – een Wtza-vergunning aanvraagt, moet je aan de eisen van een onafhankelijke interne toezichthouder voldoen.”
Als je het nog niet geregeld hebt, zou je snel moeten beginnen.
“Ja, want het kost natuurlijk tijd om het allemaal te regelen. Om de vergunning te krijgen, moet je al drie toezichthouders hebben. En dit mogen niet je buurman of je neef zijn, want het moeten onafhankelijke, objectieve mensen zijn. Daarnaast moet je je statuten en regelementen goed op orde hebben. Als je dit pas in december 2023 gaat oppakken, ben je echt veel te laat.
Belangrijk is ook om je te realiseren dat vanaf medio 2020 veel zorgaanbieders ook een cliëntenraad moeten hebben. In het kader van de vergunningverlening wordt dit ook getoetst. Ik merk dat dit nog niet overal even goed is geïmplementeerd.”
Wat zijn de consequenties als je niet tijdig aan de wet voldoet?
“Dat is nu lastig te zeggen. Ik verwacht dat het CIBG in het begin ruimhartig zal zijn, en zorgorganisaties die niet voldoen aan de eisen van de wet nog wat tijd zullen geven, maar zeker is dat niet. Wat mij betreft is wel zeker dat dit niet zomaar los zal lopen. Ik weet dat sommige mensen denken, we zijn nog niet uitgelobby ’d, maar deze wet is er en zal blijven. Op een gegeven moment zal er gehandhaafd gaan worden. Je zult aan de wet moeten voldoen, om uiteindelijk boetes en verdere nadelige gevolgen te voorkomen. Dus je kunt maar beter snel beginnen. Als je het goed inregelt, dan kun je er ook echt wat aan hebben.”